Zijtak 1B

Van Deventer tot Delfzijl                                                                               160 km

De weg was de belangrijkste in het noordoosten van het land: hij verbond het oosten met Groningen en Delfzijl, van waar toen het veer naar Emden en Noord-Duitsland vertrok. Delfzijl was ook van militaire betekenis. Hoewel deze weg als ‘zijtak’ is opgenomen in het Koninklijk Besluit van 1821 komt hij ook in alle voorgaande plannen voor. Al bij Napoleon als onderdeel van de weg van tweede klasse nr. 19, van Parijs naar Groningen ‘en de zee’. Eenzelfde weg van Breda naar Delfzijl is opgenomen als weg nr. 2 in het besluit van Willem I uit 1814. In het besluit van 1816 is het iets anders georganiseerd en loopt de weg vanaf Zoutkamp naar Groningen en Deventer, maar is er ook een weg van Delfzijl naar Groningen en verder naar Lemmer en Amsterdam. Het gaat dus zonder meer om een belangrijke weg. Toen Willem zijn besluit nam in 1821 was echter nog geen enkel stuk van de weg bestraat.

Bij de bestrating van de weg van Deventer naar Zwolle in 1826 werd grotendeels de bestaande weg over de IJsseldijk gevolgd. Alleen ten zuiden van Zwolle werd een klein stuk recht getrokken (zie het tracé van de Zwarteweg). Bij Deventer werd na de sloop van de bastions de weg geleid over de Gibsonstraat en de Singel. De kosten van de weg bedroegen ongeveer ƒ290.000, waarvan bijna de helft kwam van het Rijk en ƒ146.000 uit een lening die de ‘Gecommitteerden tot den Straatweg van Deventer naar Oldenzaal’ aangingen[1].

Bij de aanleg van de weg tussen Zwolle en Meppel heeft men voor een nieuw tracé gekozen en niet voor de oudere, iets langere route via Zwartsluis en Hasselt over de dijken. Men wilde waarschijnlijk 2 vliegen in 1 klap slaan. Vanaf de Vecht bij Berkum werd de straatweg tegelijkertijd aangelegd met het ernaast liggende Lichtmiskanaal. Met dit kanaal sloot Zwolle aan op de Dedemsvaart, die vanuit Hasselt in 1809 de buurtschap De Lichtmis op de kruising met de latere straatweg had bereikt. Zwolle was namelijk bevreesd een deel van zijn scheepvaart aan de Dedemsvaart kwijt te raken. Dit deel van de weg was pas klaar in 1833. De kosten voor de weg van Zwolle naar Meppel en het Overijsselse deel van de weg van Meppel naar Wolvega bedroegen ƒ341.080, waarvan ƒ93.000 kwam van de provincie en ƒ49.000 van Zwolle. De opbrengst van de tollen bleef tot 1847 bij de provincie, maar daarna ging het onderhoud over naar het Rijk.[2]

De Drentse Hoofdvaart van Meppel naar Assen is tussen 1767 en 1780 aangelegd door het bestuur van het Landschap Drenthe. Het is een verlenging van de Smildervaart, die in 1612 was gegraven. In de Franse tijd werd er een aarden baan langs de vaart gelegd. De aanleg van de straatweg van Meppel naar De Punt werd gestart in 1823, het deel tussen Assen en Groningen kwam gereed in 1829, dat tussen Nijeveen en Assen in 1839[3]. Het deel tussen Meppel en Nijeveen was al in 1828 gereed gekomen als onderdeel van de weg naar Leeuwarden.[4] De straatweg langs de Drentse Hoofdvaart verving de oude weg naar Assen over Ruinen en Beilen. Voor het gedeelte tussen Assen en Glimmen werd een nieuw tracé aangelegd; vanaf Glimmen gebruikte men de oude weg over de Hondsrug naar Groningen.

De weg van Groningen naar Delfzijl is de opvolger van de rond 1400 aangelegde Stadsweg, de verbinding tussen Groningen en Emden. Die liep (en loopt) tot Winneweer ten noorden van het Damsterdiep. Vanaf die plaats loopt hij langs de zuidkant van het Damsterdiep. Het jaagpad aan de noordkant van het Damsterdiep tot aan Winneweer is in 1647-1650 met puin verhard. Dit zou in 1839 zijn verbreed en toen pas de naam Trekweg krijgen.[5] De Stadsweg liep via Farmsum naar eerst Oterdum en later Termunterzijl, waar een veer was naar Emden. Wanneer dat is opgeheven, is me niet bekend. Het bestond in 1819 niet meer.[6] Op zijn minst sinds 1843 is er weer sprake van veerdiensten tussen Delfzijl en Emden, maar die bestaan waarschijnlijk sinds 1914 niet meer.[7] Sinds 2010 is er in de zomermaanden op een paar weekdagen weer een verbinding tussen Delfzijl en Emden.

Deventer-Zwolle                                                                                                     31 km

Aanleg weg:                 1826

Type:                           klinkerweg

Hoewel het eerste deel van deze weg mooie vergezichten oplevert op de IJssel en de omgeving, is ze toch teleurstellend. Aan de ene kant omdat je eigenlijk nergens op de oude straatweg kunt komen en er alleen maar langs kunt fietsen en soms zelfs dat niet. Aan de andere kant omdat er weinig tastbaars van de oude weg is overgebleven of er naar verwijst.

Deventer

De weg startte in Deventer waar ooit de Noordenbergpoort stond. Die is in 1879 afgebroken. Toen is ook de vesting gesloopt. Een deel van de vesting is benut voor de aanleg van een nieuwe woonwijk, zodat de stadssingel nu niet meer de plek aangeeft waar de poort stond. Die stond ongeveer waar nu de gelijknamige garage staat. Het eerste deel van de Zwolseweg biedt aardige bebouwing uit rond 1900. Later overheerst niet zo aardige nieuwbouw.

Dijkstoel
Tolhuis Olst

Nadat de weg provinciale weg is geworden kom je langzamerhand in het buitengebied. Hier zijn aan de ene kant fraaie bossen langs de weg en aan de andere kant heb je uitzicht op de IJssel; tenminste, daar waar je over de dijk heen kan kijken. Ook zijn er herinneringen aan de IJssellinie van na de Tweede Wereldoorlog. Aan de overkant van de dijk staat hier een van de dijkstoelen langs deze weg. Een dijkstoel was vergelijkbaar met een waterschaps- of polderbestuur. Zodra je Rande gepasseerd bent en op de Rijksstraatweg in de gemeente Olst bent aangekomen, staat er rechts een oud tolhuis.

Even later moet je van de weg af en langs een binnenweg naar Olst fietsen. Als je het toch waagt in Olst over de Rijksstraatweg te fietsen, kan je daar de 2 molens zien. Ook tussen Olst en Wijhe staat net voor de buurtschap Den Nul een dijkstoel. Voor Wijhe moet je weer de weg af de binnenweg op. Vanaf de Raalterweg kan je langs de Dijk fietsen. Die heet niet voor niets zo en geeft het oorspronkelijke tracé van de rijksstraatweg aan. Hier staan wel wat leuke panden.

Windesheim

Na de straat met de opvallende naam Brabantse Wagen gaat de weg weer langs de dijk en vind je rechts nog een opslagplaats van de dijkstoel net iets hoger aan de weg. Tot nu toe kende de weg geen bomen, maar dat verandert na de passage van de spoorweg als de weg niet meer over de IJsseldijk loopt. Er staan spaarzaam wat boerderijen langs; soms fraaie, zoals die op Rijksstraatweg 2. Na weer fraaie vergezichten kom je langs Windesheim, waar het loont om even de weg af te gaan en de hervormde kerk – de voormalige brouwerij van het klooster van de Moderne Devotie – te bekijken.

Sassenpoort Zwolle

Bij de ingang van Zwolle ga je de provinciale weg af en een lange invalsweg op. Die is eerst nog merendeels onbebouwd. Aan de rechterkant is het verpleeghuis Zandhove gevestigd in een uit de 18de eeuw daterend landgoed. Dat is bij restauraties en door aanbouwen grondig verpest. De weg raakt dan langzaam bebouwd, eerst met nieuwbouw, later met aardige lage huizen. Dat zet zich door op de Oude Deventerstraatweg, hoewel het laatste deel hiervan weer nieuwbouw is. Vervolgens moet je je een weg zien te banen door het stationsgebied van Zwolle. Het oudste tracé van de straatweg is hier al verplaatst bij de aanleg van de spoorbaan in 1866. De aangegeven route volgt bij benadering het oudste tracé. Via de fietspassage ga je onder de spoorweg door en kom je in de Van Karnebeekstraat. Een aardige invalsweg naar de stad, maar zonder monumentale panden. Dan eindigt de weg bij de fraaie Sassenpoort.

Zwolle-Groningen                                                                        96 km

Aanleg weg:           Zwolle-Meppel: 1829

                                    Meppel-Assen: 1839

                                    Assen-Groningen: 1829

Type:                           Zwolle-Meppel en Assen-Groningen: klinkerweg

                                    Meppel-Assen: grindweg        

Het tracé van de straatweg tot Meppel is op een aantal plekken verlegd en zodoende rijd je niet meer overal over de oude weg. Dat is wel het geval in Rouveen en Staphorst, het aardigste deel van dit stuk van de weg.

Zwolle

De weg startte in Zwolle bij de Diezerpoort, die in 1828-1829 is afgebroken. De kade afslaand kom je in de Thomas à Kempisstraat; een leuke straat met lage huizen die niet erg stedelijk aandoet. Er staat ook een oude smederij. De weg gaat over in de Meppelerweg, die duidelijk verbreed is. Waarschijnlijk is de oorspronkelijke oostkant gesloopt voor naoorlogse nieuwbouw. Na het tunneltje liggen er rechts bedrijventerreinen. Links ligt de snelweg, maar daar merk je hier weinig van. Even verder passeer je aan de oostkant Berkum vrijwel ongemerkt.

Wehkamp

Dan kom je bij de Berkumerbrug, waar een bord toelichting geeft op de geschiedenis. Ik denk zelf dat de brug bij de aanleg van de straatweg iets zuidelijker heeft gelegen in het verlengde van de Maatgravendijk en de Dijkzichtweg aan de andere kant van de Vecht. Aan de andere kant van de brug wordt de weg zeer breed; het is duidelijk niet het oude tracé. Het Lichtmiskanaal, waar over de snelweg is aangelegd, liep kaarsrecht tot aan de Vecht en daar is ook de oude afslag van de straatweg te zoeken. Die plek is echter onherkenbaar geworden. Ook de parallelweg langs de snelweg is bij de aanleg van de snelweg waarschijnlijk wel iets verlegd ten opzichte van de oude situatie. De weg loopt door land dat bij de aanleg van de straatweg nog nauwelijks ontgonnen was. Ook nu is er nog heel veel ruimte, zoals voor het gigacomplex van Wehkamp. De snelweg is hier gedurende 7 km duidelijk aanwezig. Vlak voor de brug over de Steenwetering stond een tolhuis. Het huis is er niet meer, maar de omgeving staat – blijkens een bordje – wel bekend als de Tolhuislanden. Even later is er ook een Middelste Tolhuisweg. Dan kom je aan bij De Lichtmis, nu een wegrestaurant, maar ook al in de 19de eeuw een herberg. Waar de naam vandaan komt, is niet duidelijk. Aan de andere kant van de zijweg lag de schans, die tegen Bommen Berend is aangelegd. De contouren zouden daarvan nog te zien zijn, maar mij is dat niet gelukt.

Straatweg in Rouveen

Dan ga je over de Oude Rijksweg Rouveen in. Dit is een bijzondere beleving; zeker op een zondag, als alles verstild lijkt. Het profiel van de weg lijkt het oude; de weg is belegd met klinkers. Links en rechts staan de boerderijen in rijen langs de weg; de een nog mooier dan de ander. Desondanks is het niet toeristisch; het is niet opgeleukt.

Rouveen

Op het kerkplein met vooral parkeerplaatsen staat de fraaie oude kerk van Rouveen. Het dorp gaat naadloos over in Staphorst. Vlak voor de snelweg ga je de Rijksparallelweg op. Die lijkt bij de aanleg van de snelweg wel zijn oude profiel te hebben behouden. Het is een mooie weg; even verder, bij de bocht, zie je dat de weg wel is verlegd, maar dat de bomenrij is bewaard. Waar het fietspad ophoudt, kom je weer op het oude tracé. Als dan rechts het knooppunt in de snelweg ligt, is de weg weer verlegd en ga je via wat bochtenwerk de Werkhorst op. Deze invalsweg van Meppel is fraai met hoge bomen aan weerszijden en huizen uit het Interbellum aan de oostkant. Helaas zijn er aan de westkant wat grote scholencomplexen verrezen. Verderop is het Zuideinde al even fraai, met nog wat oudere panden. Na de stilte in Staphorst doet Meppel zeer levendig aan. Het heeft een leuke Hoofdstraat en een mooie oude kerk en kerkplein.

Meppel
Joodse begraafplaats
Kalkovens

De uitvalsweg aan de noordkant van Meppel is minder interessant. Lage huizen uit het eind van de 19de eeuw en later het Interbellum. Lang duurt de bebouwing niet en dan rij je over de Steenwijkerstraatweg tussen de velden. Aan deze weg ligt een verstilde Joodse begraafplaats, die al dateert uit 1776, dus toen de straatweg er nog niet was. Even verder staan kalkovens uit de 19de eeuw; een ander paar kom je later nog tegen. Het is na de passage van de A32 leuk fietsen, maar veel spannends te zien is er niet. Leuk zijn de sluisjes in de vaart, die een eilandje vormen waarop het gemaal staat en een huis. In Dieverbrug is dat horeca.

Straatweg in Smilde
Smilde

De vaart kent talloze bruggen en steeds is er bij een brug sprake van wat bebouwing. Het doet wel wat denken aan het Noordhollandskanaal. Het blijft hier open en weids met zo nu en dan een boerderij. Maar vanaf Hoogersmilde wordt het anders en rijgt de bebouwing zich aaneen. Hoewel dit het oudste dorp van Smilde zou zijn is het kerkje maar uit de 19de eeuw. De achthoekige kerk van Smilde zelf is ouder en interessanter. Voordat je langs deze kerk gaat ben je cafetaria De Oude Veenhoop gepasseerd, die staat op een plek waar al in de 19de eeuw een herberg langs de straatweg stond. Ook het noordelijkste dorp Bovensmilde bezit een aardige kerk uit de 19de eeuw.

Assen

Na een rotonde ben je de auto’s kwijt en wordt het veel rustiger. De boerderijen en huizen langs de vaart zijn niet bijzonder of mooi te noemen, maar samen vormen ze wel een karakteristiek beeld. Uiteindelijk kom je Assen binnen en wordt de bebouwing – als je de kazerne gepasseerd bent – ouder en meer stedelijk. Je ziet dat Assen pas iets geworden is nadat de vaart is aangelegd. Dat is nog meer het geval op de Brink. Daar staan diverse oude panden uit het eind van de 18de en begin 19de eeuw. Het kan hier heel stil en dorps zijn.

Assen

Assen uit is de Groningerstraat aardig, met lage oude panden en een voormalige synagoge. Na de passage van de stadsring wordt de weg veel breder en functioneert hij als oprit naar de snelweg. Hier liggen alleen bedrijven en kantoren. Achter de snelweg wordt het een fraaie provinciale weg omzoomd met bomen.

Vries

Vries inrijdend kom je op een mooie oude brink met een Romaanse kerk. Op de hoek staat het Wapen van Vries. Hier stond vroeger het Wapen van Leiden. Al in de 18de eeuw kwamen hier lakenhandelaren uit Leiden overnachten op weg naar Groningen.

Straatweg naar De Punt

De provinciale weg loopt dan naar De Punt waar rechts voor de brug over de Drentse Aa nog een Groningse grenspaal staat.

De Groninger Punt

Over de brug staat rechts een pand waar vroeger de 17de-eeuwse herberg de Groninger Punt in was gevestigd. Tot de aanleg van de straatweg in 1824 werd hier ook tol geheven. Daarna verhuisde de tol iets meer Drenthe in, ter hoogte van de huidige rotonde[8].

Er ligt naast het huis nog een steen die bij de aanleg van de straatweg is neergelegd.

Gedenksteen start aanleg straatweg

Je rijdt hierna op de Rijksstraatweg door Haren. Nergens heb ik zoveel en zolang villa’s en landhuizen langs de straatweg gezien als hier. De meeste dateren uit het eind van de 19de en begin 20ste eeuw. Maar er zijn ook oudere, zoals Weltevreden op de splitsing met de oude Hoge Heereweg.

Nicolaaskerk Haren

Ook Haren heeft een zeer oude kerk, met een fraai schip en koor. Haren doet verder sterk denken aan Laren en Gorssel. De molen die net terzijde van de weg staat, moet je even zoeken. Richting Groningen staan nog meer villa’s en landhuizen. Huis de Wolf is erg mooie kitsch en staat op een plek van een voormalige herberg. De Verlengde Hereweg Groningen in is nog een mooie invalsweg uit de periode 1890-1930, maar bij de snelweg wordt het rommeliger. Het laatste stuk van de weg is niet het mooiste; wel staan er 2 theekoepels, waarvan die bij het spoor opvalt.

Hereplein Groningen

Tenslotte kom je Groningen in ter hoogte waarvan ooit de Herepoort stond. Afbraak volgde in 1878, maar de poort is nu in de tuin van het Rijksmuseum te vinden.




Groningen-Delfzijl                                                                                                 29,5 km

Aanleg weg:                 1839

Type:                           grindweg

Damsterdiep Groningen

De straatweg begon bij de Steentilpoort op het Damsterdiep ter hoogte van de Petrus Campersingel. De poort is in 1876 gesloopt. Ter plaatse is er nu een erg lelijk kruispunt waar een parkeergarage een beetje als nieuwe stadspoort functioneert. Langs het gedempte Damsterdiep staan nog wat lage oude huizen, maar is ook een brede strook nieuwbouw op het voormalige slachthuisterrein. Aan de overkant is er een rommelige opeenhoping van bedrijven. Bij de brug over het Van Starkenborghkanaal lag vroeger het gehucht Oosterhoogebrug, nu de naam van de woonwijk. Van hieraf heet de weg Rijksweg tot aan Appingedam. Tot aan de rondweg blijft het straatbeeld hetzelfde: aan de noordkant lage huizen; aan de andere kant bedrijven. Die verdwijnen na de rondweg. Ter hoogte van de eerst volgende kruising lag vroeger het dorp Ruischerbrug, hoofdplaats van de gemeente Noorddijk. De brug over het Damsterdiep wordt al in 1465 genoemd.

Ten Boer

De straatweg loopt kaarsrecht verder langs het diep. Linksaf kan je Garmerwolde in om de fraaie 13de-eeuwse kerk met losstaande toren te bekijken. Datzelfde kan je doen in Ten Boer, dat een kloosterkerk heeft uit dezelfde periode.

Straatweg bij Winneweer

Tot aan Ten Post blijft de weg kaarsrecht doorgaan met veel lawaai van het verkeer. Maar vanaf hier mag je de kronkelige weg langs het diep fietsen, terwijl het moderne verkeer de omgelegde rijksweg volgt. In Ten Post is verder niet veel bijzonders te zien. Ook deze plaats is ontstaan bij een brug; deze lag over de Fivel. Winneweer is jonger en wordt pas in 1668 vermeld als een Logys-plaets en half weegen Delf-zijl. Rond 1840 wordt Winneweer beschreven als “een gehucht met een welbekende, oude herberg aan het Damsterdiep”.[9]

Voormalige herberg, nu eetcafé. in Winneweer
Damsterdiep
Tjamswerd

Verder rijdend blijft het prettig vertoeven langs het Damsterdiep en passer je Garrelsweer en Wirdumerdraai. Daarna kan je van veraf de buitenplaats Rusthoven zien en na de gemeentegrens van Appingedam de buitenplaats Ekenstein. De buitenplaatsen zijn  gebouwd na de start van de trekschuitverbinding tussen Groningen en Delfzijl door het Damsterdiep in 1650. Hierna kun je ook in Tjamswerd even van de weg gaan om daar de 16de-eeuwse kerk te bekijken.

Appingedam

Tjamswerd is nu een geheel met Appingedam, dat je via de rustige Westersingel binnenkomt. Het stadje is erg fraai om te zien en kent een aantal straten met oude panden, de middeleeuwse Nicolaïkerk, een schattig raadhuisje en de woningen met hangende keukens boven het Damsterdiep.

Solwerd

Aan de andere kant van Appingedam is Solwerd nu ook een deel van het stadje. Hier staat – net naast de weg- een laat 18de-eeuwse kerk op een wel heel dromerige plek.

Delfzijl

Het is verder prettig doorrijden naar Delfzijl langs wat nieuwe bebouwing. Na de N33 onderdoor te zijn gegaan mag je het fietspad langs het diep volgen. Daarna moet je wat omrijden, omdat de straatweg onder het – al weer gesloten – ziekenhuis is verdwenen. Aan de andere kant ga je langs naoorlogse nieuwbouw Delfzijl in en vervolgens staat er goed ogende laagbouw langs de Rijksweg over het Damsterdiep te kijken. De weg eindigt dan waar de Farmsumerpoort stond, die tussen 1877 en 1886 samen met de andere vestingwerken is gesloopt.


[1] Bron: J. van Deventer, Kunstwegen in de provincie Overijssel, in: SSJB 11 (1860), blz. 264-265. Aanvankelijk bestonden er aparte commissies voor de wegen Deventer-Zwolle, Deventer-Voorst en (later) Holten-Wierden. In 1843 werden de commissies tot één samengevoegd. De commissie deed haar werk tot 1906.

[2] Bron: J. van Deventer, Kunstwegen in de provincie Overijssel, in: SSJB 11 (1860), blz. 266.

[3] Bron: J. R. Luurs, De aanleg van verharde wegen in Drenthe, Groningen en Friesland 1825-1925, in: NEHA-Jaarboek 1996, blz. 211-237. Zie ook: www.inenomassen.nl.

[4] Bron: W. Eekhoff, Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden, de hoofdstad van Friesland, tweede deel, Leeuwarden 1846.

[5] Bron: www.freewesterhoff.nl.

[6] Nicolaus Westendorp spreekt er over in de verleden tijd in: Over eenen ontdekten grafheuvel in Termunterzijl, Groningen 1819, blz. 17.

[7] Bron: www.ag-ems.de en www.wagenborg.com.

[8] Bron: www.klingersbouwhistorie.nl

[9] Van Wikipedia, bron onbekend.