Van ’s-Gravenhage naar de Fransche grenzen 63,5 km
De weg volgde tot Delft straatweg nr. 4 en sloot in Breda aan op straatweg nr. 3 van Amsterdam naar de Franse grens.
Alleen het eerste deel van de weg tot Rotterdam komt voor in het Decreet van Napoleon uit 1811. Daar als onderdeel van een weg uit Antwerpen via Bergen op Zoom en Willemstad naar Rotterdam en Den Haag met eindpunt in Haarlem. Ook in het besluit van Willem I uit 1814 is die weg opgenomen, maar ook een weg van Rotterdam via Dordrecht naar Breda. Ook in 1816 zijn beide verbindingen met het zuiden in het besluit opgenomen. Maar in het besluit van 1821 is er maar voor een verbinding gekozen en verviel de weg via Bergen op Zoom, waarschijnlijk vanuit bezuinigingsgronden. In 1821 kwam het grootste deel van de weg – dat tussen Rotterdam en Breda – gereed. Het eerste stuk was al onder de Bataafse republiek aangelegd.
De weg van Delft naar Rotterdam is tussen 1803 en 1807 aangelegd langs de Schie, die als trekvaart is ingericht in 1655[1]. Vanaf Overschie volgde een klein stuk door de polder – waar een al bestaande rijweg naar Rotterdam werd bestraat – en ter hoogte waar nu de spoorbaan de Rotterdamse Schie kruist, volgde de weg weer de vaart. De Rotterdamse Schie is in de dertiger jaren voor de aanleg van de wijk Blijdorp verlegd en het oude traject is hier niet meer te volgen.
De straatweg naar Dordrecht is in 1821 over een nieuw tracé aangelegd. De oude weg van Rotterdam naar Dordrecht volgde de dijk langs de Maas en de Noord; ook was er een weg van IJsselmonde via Heerjansdam naar Strijen. Wel werd voor de straatweg gebruik gemaakt van al bestaande polderwegen. In Rijsoord werd de al sinds 1543 bestaande brug benut. Het eerste deel van de weg – vanaf de oversteek over de Maas – is onder industrie, bedrijfsterreinen en woonwijken verdwenen.
Het Katendrechtse veer werd vanaf 1828 uitgevoerd per stoomboot. Het verdween in 1878 na de oplevering van de Willemsbrug over de Nieuwe Maas. Maar aan het eind van de eeuw brachten eerst particulieren en vanaf 1901 de gemeente Rotterdam het veer weer in de vaart. Het veer verdween definitief bij de openstelling van de Maastunnel voor het autoverkeer in 1942. Op het Zwijndrechtse veer kwam in 1867 een stoomboot in dienst. Ondanks de aanleg van de diverse bruggen is dit nooit uit de vaart genomen.
Voor de aanleg van de straatweg vanaf Dordrecht werd niet het tracé van de oude weg naar Breda over het veer tussen Wieldrecht en Lage Zwaluwe gekozen. Mogelijk was de Biesbosch daarvoor al te veel dichtgeslibd. Men koos voor een nieuw tracé naar de plek, waar Willemsdorp ontstond. Met het gereedkomen van de weg werd er in 1822 een veer per stoomboot ingesteld tussen dit dorp en Moerdijk[2]. Ook de buurtschappen Eerste en Tweede Tol hebben hun ontstaan aan de straatweg te danken. Vanaf Moerdijk volgde de straatweg al bestaande wegen van Moerdijk en van Lage Zwaluwe naar Breda. De straatweg vormde de facto een combinatie van die twee. Maar daarvoor moest wel een verbinding worden aangelegd tussen Zevenbergsche Hoek en Terheijden. Daarom maakt de weg hier een paar opmerkelijke haakse bochten.
Delft-Rotterdam 13,5 km
Aanleg weg: 1803 en 1807, door de beide steden en het hoogheemraadschap Delfland
Type: klinkerweg
De weg startte in Delft bij de Rotterdamse poort, die in 1836 is gesloopt. Ter plaatse is geen brug meer over de stadsgracht, zodat je je het oude beeld moeilijk kunt voorstellen.
De weg lijkt op die langs de Oude Rijn: een mengsel van oude lage huizen, oude en nieuwe industrie, gebouwen van de TU en later ook boerderijen. Eerst overheersen de woningen, maar nadat je de Porceleyne Fles bent gepasseerd wordt het steeds meer een nogal onoverzichtelijk mengsel. De beroemde ruimtelijke ordening van Nederland is zeker niet hier uitgevonden. Toch is er nog best wat ouds te vinden: een oude buitenpoort van een boerderij, wat oude arbeidersbuurtjes, een zondagsschool. Maar je moet wel langs de industrie en de lelijkheid heen kijken.
Later komen er ook boerderijen, zelfs met functionerende hooiberg. De Zweth is dan een aardig oud buurtschap met een oude brug, een mooie herberg en een brouwerij uit 1853.
Daarna wordt de weg steeds opener en wordt ook de Schie eindelijk zichtbaar. Hier vind je nog echte landgoederen (de Tempel en de Leeuwenhof). De weg blijft even rustig als die vanaf Delft was. Delftweg 95 is een voormalig tolhuis. Naar Rotterdam toe beginnen de bedrijfsterreinen weer toe te nemen.
Overschie is een oud, maar niet erg karakteristiek dorp. De katholieke Sint Petrus-Bandenkerk uit 1830 staat er niet zo mooi bij. Ook van de Grote Kerk aan de Schie zou een mooier plaatje te maken zijn.
In Rotterdam is van de oude straatweg heel veel verdwenen, maar de Rotterdamse Rijweg is gespaard. Deze weg komt al voor op de kaart van Delfland van Floris Balthasarsz. Het is een leuke weg met vrijstaande panden uit de periode 1900-1940 achter een slootje; niet wat je verwacht in Rotterdam. Op nummer 21 staat een voormalig tolhuis.
Aan het einde van de Rijweg beland je bij het Kleinpolderplein. Vanaf hier is er niets meer van de oude straatweg te vinden. Alles is verdwenen onder vooroorlogse woningbouw. Dus maar doorfietsen. Pas bij de bocht in de Stadhoudersweg ben je op het oude tracé, maar dat is ook alles. Het beeld is naoorlogse nieuwbouw. Op de Schiekade zie je rechts nog wat 19de eeuwse panden, maar de rest is verdwenen bij het bombardement of later gewoon gesloopt. De weg eindigde bij de Delftsepoort, die in 1940 in het bombardement werd geraakt, maar pas in 1941 definitief is verdwenen. Leuk is dat de contouren ervan weer in staal zijn opgetrokken.
Rotterdam-Dordrecht 17 km
Aanleg weg: 1821
Type: klinkerweg
Toen de weg in 1821 is aangelegd is de Schiedamsepoort aan het begin ervan gesloopt. Ter plekke herinnert werkelijk niets aan het verleden. Alleen de hoge ligging van de weg wijst er op dat hier een oude zeedijk ligt, waarop de poort stond. Even later links was het veer naar Katendrecht. Hoewel het Westplein er best aardig uitziet, roept alleen de naam van de straat en een oude keet de veerhaven op. Aan de overkant van de Nieuwe Maas herinnert de Veerlaan aan de oude oversteek. Ook is er een Tolhuislaan en -straat, die naar het tolhuis verwijzen dat iets ten zuiden van Katendrecht aan de straatweg stond.
De Rechthuislaan is het tracé van de oude straatweg, maar verder is alles verdwenen onder de havens en zuidelijker onder woonwijken. Je moet omrijden over de Erasmusbrug en dan een flink stuk door Rotterdam-Zuid.
Pas achter de Strevelsweg kan je de straatweg weer oppikken. Maar dan sta je opeens op een lange kaarsrechte weg, de Dordtsestraatweg. De straat geeft een erg rommelig beeld, met stadsvernieuwing uit verschillende perioden, wat oudere woningen en nog braak liggende terreinen. Op het verlengstuk ervan, de Pascalweg, een zelfde gemengd beeld, maar met mooiere panden. Er tussen oude stukjes (Elsschotstraat en De Mussetstraat), die tot de straatweg hebben behoord. Onder de rook van Barendrecht wordt het weer erger: de weg is verdwenen onder snelwegen, spoorwegen en bedrijfsterreinen.
Maar dan sla je rechtsaf en sta je opeens op de Rijksstraatweg in Rijsoord. Oude panden op polderpeil aan weerszijden achter slootjes en platteland. Rijsoord is duidelijk langs de weg uitgegroeid. Bij de brug over de Oude Waal staan een heel oude herberg en een 19de eeuws kerkje. Ook nog wat oude panden. En een plaatje over de rivier. De herberg functioneerde ook als tolhuis. Dit is duidelijk het leukste stuk van deze weg.
Hoewel er na Rijsoord een paar bochten zijn, blijft de weg zijn kaarsrechte karakter behouden. Wel is het hier meer open: er is even een blik op de akkerbouw van de Zuidhollandse eilanden.
Maar snel nadert Zwijndrecht met weer bedrijfsterreinen, een paar boerderijen en wat lage oude huizen. De Rotterdamseweg laat eerst alleen nieuwbouw zien, maar dichter bij het dorp ook oude lage bebouwing. Vlak voor het einde staat rechts de kerk onder mooi geboomte met aan de weg de pastorie uit 1850.
De weg komt uit op het Veerplein; op de kade heb je een magnifiek uitzicht op Dordrecht. Via het veer bereik je dan de Catharijnepoort, met misschien wel de mooiste historische stedelijke entrée in Nederland.
Dordrecht-Breda 30 km
Aanleg weg: 1821
Type: klinkerweg
Een aardige tocht om te fietsen; misschien niet vanwege veel herinneringen aan de rijksstraatweg, maar wel vanwege de rustige wegen en een aantal mooie punten onderweg.
De weg startte bij de Grote Sluispoort die in 1820 ten behoeve van de aanleg van de weg is gesloopt. De weg volgt de rivier. Al snel heb je links de snelweg en rechts eindeloze bedrijfsterreinen met af en toe een blik op de rivier. Aan de tol op de weg herinnert de Eerste Tolstraat. Na enkele kilometers fiets je ineens onder de bomen en staan er wat oude huizen langs de weg; dan lijkt het er even op. Vervolgens komen er nog wat bedrijfsterreinen, maar na de laatste oprit naar de snelweg voor de Moerdijkbrug wordt het toch een echte rijksstraatweg. Met wat aardige eind 19de/vroeg 20ste eeuwse huizen. Het heet hier Tweede Tol, ook al zie je dat nergens meer staan. Rechts staat ook nog een oude kapel, die op een gemaal lijkt.
Na de Wieldrechtse Zeedijk valt de bebouwing weg en wordt de weg zelf een dijk. Willemsdorp dankt zijn bestaan aan de rijksstraatweg, maar er is weinig dat nog herinnert aan het veer. De herberg, waar het veer was, is nu een gewoon woonhuis. Zowel de oude als de nieuwe veersteiger zijn niet meer herkenbaar. Wel zijn er heerlijke views over het water.
Dan over de Moerdijkbrug met meer panorama’s en aan de andere kant van de brug meteen rechts naar beneden de Zwaluwsedijk op. Die brengt je in Moerdijk, waar – toen deze tocht werd gemaakt – nog een herkenbaar haventje is. Er komt nog een veer aan, dat uit Strijensas. Moerdijk is ook door het veer ontstaan, maar het veer uit Strijensas was hier eerder dan dat uit Willemsdorp. Het dorp dreigt onder de industrie te verdwijnen, maar was tijdens deze tocht niet uitgestorven. Er is iets in de bebouwing waardoor je meteen weet dat je in Brabant bent. Heel bijzonder is die bebouwing dan weer niet.
Op de Moerdijkseweg onder Zevenbergsche Hoek is de leegstand frappant; het staat er erg slecht bij. Vanaf het einde van deze weg tot aan Zevenbergsche Hoek is de straatweg onder de A16 en de spoorlijnen verdwenen. Pas in Zevenbergsche Hoek ben je weer terug op de weg. Dit dorp bestaat pas sinds rond 1800 en is niet bijzonder te noemen. Café de Zwaan heeft een oude uitstraling.
De Driehoefijzersstraat voert zuidelijk het dorp uit. Hier staan aardige langgevelboerderijen langs de weg. Als de weg overgaat in de Moerdijkseweg zie je in de bocht naar links rechts een huis met het opschrift De Tol staan, verscholen achter de lindebomen. Het is een voormalig café en tolhuis, dat in de Tweede Wereldoorlog is verwoest en daarna herbouwd.[3]
Het wordt nu tot aan Terheijden zeer weids. Terheijden is een aardig dorp. Het is een straatdorp dat ontstaan is op een zandrug parallel aan de Mark. In de straat – die je helemaal doorrijdt – staan veel oude en bijzondere huizen en een fraaie stellingmolen. Het oudste deel van de katholieke kerk is 15de-eeuws. Schuin tegenover staat een hervormde kerk uit de tijd van Lodewijk Napoleon. Ook heeft het dorp nogal wat horeca. Bij Terheijden liggen al wat schansen uit de Tachtigjarige Oorlog, maar de Spinolaschans (1637) ten zuiden van het dorp is de grootste.
De uitvalsweg uit Terheijden is nog aardig, maar dan beland je op de Nieuwe Bredase Baan, waar alle herinnering aan de straatweg zorgvuldig is weggewerkt. Bedrijfsterreinen – wat dacht u -. Pas na de Crogtdijk komt er weer een zeker straatweg gevoel, maar heel bijzonder wordt het niet.
De ingang van Breda is door de sloop van de stadsverdediging nogal veranderd. Na de spoorpassage kom je Breda binnen via de Mauritsstraat, die erg aardig is. Ter hoogte van de Korte Boschstraat stond de Boschpoort, die in 1870 is gesloopt.
[1] Bron: www.geschiedenisvanzuidholland.nl.
[2] Bron: C. Hermans, Geschiedkundig overzigt der straatwegen in de provincie Noordbrabant, ‘s-Hertogenbosch 1853, p. 27-28.
[3] Bron: www.kijkopdrimmelen.nl.